Vrijdag 15 oktober 2021

Vrijdag 15 oktober

We hadden opnieuw een zonnige en warme dag. Alleen vanmiddag toen we aan de kust waren leek het een paar graden koeler.
Onze eerste stop vandaag was bij een archeologische site genaamd “Monumentos Megalíticas de Alcalar”. Deze site ligt bij het dorp Alcalar een kilometer of 5 ten noorden van Portimão. De megalithische monumenten zijn een groep van graven die deel uitmaken van een necropolis uit de Chalcolithische periode. In het voor publiek toegankelijke gedeelte zijn twee grafheuvels en een graftombe waarvan het dak ontbreekt. De grootste grafheuvel heeft een diameter is 27 meter.. Deze heuvel dateert uit het midden van het derde millennium voor Christus en is dus ongeveer 4500 jaar oud. Toegang tot de hoofdkamer is via een gang op het oosten, bedekt met grote kalkstenen platen. De gang naar het centrum van de grafheuvel bleek erg nauw en laag. Ik had er op mijn knieën door moeten kruipen en dat heb ik niet gedaan.
De centrale kamer of crypte zie je ook van boven. Je kunt op de grafheuvel lopen en dan is er in het midden een min of meer rond gat boven de centrale kamer. Je ziet er een paar zij nissen waar vroeger kennelijk belangrijke stamleden werden begraven. De tweede grafheuvel is iets kleiner en een paar honderd jaar jonger. De tombe zonder dak dateert uit het tweede millennium voor Christus.
Hier hebben zo’n 4500 jaar geleden al mensen geleefd die hun belangrijke doden met eerbied begroeven. En ze hadden al de technische vaardigheden om dergelijke bouwwerken te maken, heel bijzonder.
Na deze archeologische vindplaats zijn we naar Lagos gereden. Deze stad hadden we nog niet bezocht. Er is een grote jachthaven en een oude binnenstad met nog een deel van de stadsmuren. Aan de haven staat een klein fort, het Forte da Ponta da Bandeira, die de stad verdedigde tegen de piraten. Lagos is in de geschiedenis van Portugal een belangrijke stad. Het was vanuit Lagos dat Hendrik de Zeevaarder met zijn karvelen naar de kust van Afrika vertrok en het tijdperk van de Portugese ontdekkingsreizen inluidde.
Wij hebben wat door de oude binnenstad gewandeld en we hebben het fort bezocht. In de binnenstad zijn veel straatjes met winkeltjes en terrasjes, het is behoorlijk toeristisch. Wij hebben op een van die terrassen geluncht. Ieder een grote garnalen salade met een stukje brood.
Het fort is maar heel klein. Binnen is wel een kleine kapel die weer helemaal van vloer tot plafond is bekleed met azulejos. Azulejo stamt van het Arabische Al-zuleique, wat zoveel betekent als "kleine gladde gepolijste steen".
Op de terugweg hebben we nog even langs de rotskust gereden van Alvor naar Portimão. Daarna zijn we snelweg opgedoken om naar huis te rijden.