Dinsdag 8 november 2022

Dinsdag 8 november 2022

Vanmorgen zijn we naar Ibri souq en Ibri Castle gegaan. Die souq stelde niet zo veel voor. Er zaten hoofdzakelijk kleermaker winkels waar mannen gewaden worden gemaakt. José heeft er wel een paar nieuwe slippers gekocht want degene die ze bij zich had zijn aardig aan het verslijten.

Het kasteel ligt hier meteen naast de souq. We hebben er wat rondgezworven door de vele kamers. Jammer dat alle ruimtes helemaal leeg zijn. Net als in het kasteel in Bahla.

Tegenover het fort was een grote winkel waar vooral dadels en dadel producten werden verkocht. Daar zijn we even gaan kijken en we hebben er ook een kilo dadels gekocht. Die zijn bij ons best wel duur. Hier betaalden we voor een kilo van de beste kwaliteit 1 rial ofwel ongeveer € 2,70.

Daarna zijn we de stad uitgereden naar de archeologische site van Bat. Onderweg kwamen we nog langs een andere archeologische site, de toren van Al-Khutm. Hier is nog het overblijfsel te zien van een min of meer rond gebouw. Waarschijnlijk zijn de ruïnes de overblijfselen van een stenen fort met toren. De toren zal een doorsnede hebben gehad van 20 meter.

In de archeologische site van Bat was rond 3000 voor Christus een intense handel in koper, die plaatselijk werd gewonnen, en steen (waarschijnlijk dioriet) met Sumeriërs. De necropolis bestaat uit 100 graven en cirkelvormige gebouwen, elk met een diameter van ongeveer 20 meter (66 voet). Deze gebouwen hebben geen openingen aan de buitenkant. Hun precieze functie is nog niet bekend. In 1972 toonden opgravingen aan dat het gebied al 4000 jaar onafgebroken bewoond is.

De site beslaat een gebied een tiental vierkante kilometers. We hebben er onze boterhammen op staan eten in de schaduw van een heel prikkerige acacia boom. Ik heb er ook even rondgekeken en ik zag er weer een paar hagedissen. Het waren weer Grootschubfranjeteenhagedissen (Acanthodactylus boskianus).

Op de terugweg zijn we nog in twee dorpen gestopt omdat in alle twee een oud fort is. Eerst in Al Aynayn, hier is het fort een ruïne, en daarna in Al Iraqi.

In Al Iraqi liepen we langs het fort en we zagen in een zaaltje heel veel locals met witte gewaden. We dachten dat daar iets religieus aan de gang was. We kwamen ook twee mannen tegen die er net vandaan kwamen. Ik vroeg wat er aan de hand was. Een van de twee zei dat er een uitvaart was. Daarna raakten we aan de praat en toen gaven die twee mannen ons een rondleiding door het ruïnedorp rond het fort. Ze vertelden dat dat alles nog in tact was toen zij kinderen waren. Aan het einde vroegen ze ook nog of we met hun mee wilden naar huis om daar koffie te drinken. Omdat het al laat was hebben we dat vriendelijk afgeslagen.

Meteen naast onze auto was weer een falaj watersysteem. Daar hoorde ik uit zo’n waterput waar het water beneden doorheen stroomt volop kikkergekwaak komen. Dus ik kroop zowat ondersteboven in de put en ik vond onder een overhangende richel twee parende en hevig kwakende Dofar padden (Duttaphrynus dhofarensis).

Vanavond hebben we een tentje uitgezocht met een terras lekker buiten. José had een kipkebab en ik rundvlees tiki. We kregen er een enorm platbrood bij, ieder een schaaltje met rauwkost en ieder een schaaltje met twee soorten humus.

Op de terugweg kwamen we langs een zaakje waar auto’s werden gewassen en daar hebben we onze ontzettend smerige stofbak naar binnen gereden. Hij werd eerst van binnen gezogen en helemaal gepoetst. Daarna werd hij afgespoeld, ingezeept, gewassen en drooggewreven. En dat allemaal met de hand. Die gast is zeker een half uur bezig geweest en uiteindelijk vroeg hij 1 rial. Ik dacht dat niet kon en dat ik het verkeerd had verstaan maar het was echt maar 1 rial. Ik heb hem maar anderhalve rial gegeven en dan was het nog belachelijk goedkoop.